dinsdag 15 mei 2012

Lezing door Peter Gray


Op 11 mei gaf Peter Gray* een lezing in Sudbury school De Kampanje in Amersfoort, getiteld “Mother nature’s pedagogy.

Hieronder volgt een beknopte samenvatting van zijn lezing:

Opvoeding en onderwijs bij jagers/verzamelaarsvolkeren.

Opvoeding is zo oud als de menselijke soort, maar onderwijs is een vrij recent gegeven. Het onderwijs zoals we het kennen werkt volgens methodes die onze natuurlijke manier van leren onderdrukken.

Om toe te lichten waar onze menselijke natuur z’n oorsprong vindt, schetst hij eerst wat meer over het leven van de jagers/verzamelaars. Tijdens z’n onderzoek naar hoe deze stammen leefden, las Gray talloze antropologische studies, bevroeg antropologen en voerde zelf ook een kleinschalig onderzoek uit. 100000 jaren heeft de mens op aarde geleefd als jager/verzamelaar, tot we zo’n 10000 jaar overstapten op sedentaire levensvormen waarin landbouw en veeteelt centraal stonden.
Vandaag vinden we wereldwijd nog diverse volkeren die leven zoals
de jagers/verzamelaars van weleer. Ondanks de grote verscheidenheid in gebruiken, bemerken antropologen ook grote culturele overeenkomsten in waarden bij deze diverse volkeren:

Individuele vrijheid: Ze vertellen elkaar niet wat te doen. Ook kinderen wordt niets “opgelegd” of op autoritaire wijze bevolen.

Delen: Alles wordt gedeeld. Niemand heeft meer dan een ander. Ook met naburige groepen wordt er in tijden van nood gedeeld.

Vredevol: Mensen zijn mensen, met hun menselijke kantjes en hun emoties. Maar in essentie zijn mensen niet agressief ingesteld.

Geen competitie, maar coöperatie. Zelfs in spel is er geen sprake van je bewijzen t.o.v. anderen.

Uit dit onderzoek trekt Peter Gray een aantal conclusies in verband met ontwikkeling en opvoeding van kinderen:

Kinderen moeten enorm veel leren als ze opgroeien in een jagers/verzamelaarsstam, maar dit leren doet op geen enkele manier aan formeel onderwijs denkenHet gaat in deze gemeenschappen meer bepaald om vaardigheden zoals jagen, voedsel zoeken, instrumenten maken, spoorzoeken, het weer voorspellen, koken, verbaal argumenteren.
Er heerst een opmerkelijk vertrouwen en berusting in de capaciteit en het oordeel van kinderen. Ouders oordelen niet over de noden van de kinderen. Ze hebben weinig kinderen per gezin en kinderen krijgen veel aandacht. Ieder persoon, ook elk kind, heeft z’n eigen wil die op dezelfde manier door anderen wordt gerespecteerd. Er zijn geen beloningen en er is geen dwang. Er is ook geen manipulatie. Ook opvallend is de minimale inmenging van ouderen in de activiteiten van kinderen.
Men veronderstelt dat kinderen weten wat ze doen en wat ze nodig hebben. Kinderen huilen weinig, en tot aan de puberteit worden ze zelden of nooit ter verantwoording geroepen.
Kinderen leren door middel van spel en onderzoek, door hen zelf geïnitieerd en gekozen. Ze krijgen onbeperkt veel tijd en ruimte om te spelen.
Bij de volwassenen merkte Gray opmerkelijk veel geduld en aanvaarding t.a.v. kinderen. Kinderen krijgen hulp, en er wordt materiaal gemaakt waarmee ze bijvoorbeeld kunnen leren boogschieten. Kinderen worden niet verondersteld te werken,  wat wel het geval was in latere landbouwsamenlevingen. Ze voeren wel kleinere taken uit. Pas vanaf 14 a 16 jaar gaan ze mee aan de slag als volwassene en wordt er van hen dezelfde verantwoordelijkheid verwacht.
Kinderen willen opgroeien tot “succesvolle” volwassenen en leren zichzelf hoe ze dat doel kunnen bereiken.

Sudbury Onderwijs


Maar we leven vandaag in onze moderne westerse maatschappij, waar maar weinig overblijft van de traditionele levenswijzen van jagers/verzamelaars. We willen dat onze kinderen kunnen leren wat in onze cultuur belangrijk is.

Onderzoek op Sudbury Valley school naar de werkwijze en de organisatie van de school en naar de verdere levensloop van de afgestudeerden van die school, brachten Peter Gray tot de conclusie dat onze natuurlijke en aangeboren vorm van leren ook vandaag perfect mogelijk is. Op Sudbury Valley gebeurt dat als volgt:

De school wordt democratisch bestuurd, door alle leden, ook studenten. De school biedt een kader voor zelfstudie en zelfsturend leren. De staf bemoeit zich niet met activiteiten van studenten (tenzij die activiteiten tegen de regels of de wet indruisen.)
Studenten doen basiskennis op door middel van vrij spel en onderzoek.
Ze ontwikkelen specifieke interesses, passies en vaardigheden die uitmonden in diverse loopbanen. Onderzoekt toont aan dat Sudbury-afgestudeerden het goed doen in hun latere leven.
De school creëert basiscondities die de zelfontwikkeling van kinderen optimaliseren. Het schoolsysteem gaat uit van de verwachting en de realiteit dat onderwijs de verantwoordelijkheid is van kinderen zelf.
De kinderen krijgen onbeperkte vrijheid om te spelen, te onderzoeken en hun eigen interesses te volgen.
Op die manier worden ze rechtstreeks blootgesteld aan aan de waarden, de vaardigheden en de traditionele kennis van onze cultuur.
Ze worden voortdurend omringd door zorgende volwassenen die hen steunen, maar nooit be- of veroordelen.
Er heerst vrije interactie tussen kinderen en volwassenen van diverse leeftijden.

Conlusies


De omstandigheden waarbinnen kinderen kunnen en mogen leren, zoals hierboven opgesomd, zijn totaal tegengesteld aan de omstandigheden die gangbaar zijn in reguliere scholen.
Tijdens zijn leven heeft Peter Gray als psycholoog, de onophoudelijke aantasting vastgesteld van de vrijheid van kinderen. Die aantasting van hun vrijheid koppelt hij aan de enorme toename van zwaarlijvigheid, angststoornissen, gedragsproblemen, depressie en zelfmoord bij kinderen en jongeren. “We hebben het leven van kinderen getransformeerd van wat biologisch aannemelijk is naar een kunstmatige fysieke en mentale pathologie.”





*Peter Gray is onderzoeksprofessor aan de afdeling psychologie van de universiteit van Boston en schreef het boek ‘Psychology’ , een introductie tot de psychologie, een werk dat wereldwijd veelvuldig werd en wordt gebruikt aan allerhande universiteiten en hogescholen. Gray was in Nederland op uitnodiging van studenten van de Universiteit van  Leiden.
Peter Gray heeft ook een master in de biologie op zak en doet en deed heel wat onderzoek naar spel en menselijk gedrag bij kinderen, vaak vanuit een antropologische invalshoek. Op zijn blog 'Freedom to Learn' kan je meer artikels lezen.

Peters Gray’s zoon startte als student in de Sudbury Valley school toen hij 14 jaar was. Peter was als ouder geïntrigeerd, maar ook wel wat bezorgd, over de totaal andere aanpak van de school. Vanuit die nieuwsgierigheid ging hij onderzoek doen naar de afgestudeerden van de school. Hij vond in de aanpak van de school een belangrijke en duidelijke link naar hoe kinderen leren bij jagers/verzamelaarsstammen.






dinsdag 8 mei 2012

Wat en hoe leren kinderen op een Sudbury school?



Eindtermen, vakoverschrijdend leren, ervaringsgericht werken, leren met plezier, samenwerken over leeftijdsgrenzen heen, … Het zijn populaire termen in de onderwijsvernieuwing. Maar slagen scholen erin om die begrippen ook daadwerkelijk toe te passen?
Welnu, op een Sudbury school gebeurt het allemaal, en dan “echt”.

Hoe doen we dat dan? Wat maakt Sudbury onderwijs dan zo anders?
Eigenlijk is het simpel. Door los te laten en het leerproces terug te geven aan de “leerling” zelf. Door erop te vertrouwen dat kinderen capabele mensen zijn die zullen leren wat ze daadwerkelijk nodig hebben als de omgeving hen dat toelaat. Door in te gaan op vragen en activiteiten mogelijk te maken die studenten initieren. Door te prikkelen en een rijke omgeving te scheppen.

Hoe gebeurt dit leren dan concreet? De waarheid is dat daar geen eenduidig antwoord op te formuleren valt. Elk kind is anders en uniek, ook in de manier waarop het dingen leert. Leren gebeurt organisch, soms chaotisch, vaak onzichtbaar en vooral leuk, ongecontroleerd en soms razendsnel. Plots kan het kind optellen, en niemand weet precies waar, wanneer en hoe het dat heeft geleerd.

Om jullie een idée te geven van hoe kinderen bij ons leren, schetsen we een willekeurige dag op school, zo uit het leven gegrepen.

Dinsdag 24 april 2012

Elliot (6) komt aan op school met een lintmeter die hij thuis in mama’s lade heeft gevonden. Het ding fascineert hem geweldig en hij stormt ermee naar de bovenste verdieping van de school om het nader te bestuderen.


William (16) en Wouter (13) zitten te lezen in de zitkamer. Maaike maakt de agenda van de schoolmeeting op. Elliot dartelt om hen heen met z’n nieuwste speeltje, de lintmeter, en meet alles op wat hij op z’n pad vindt: de radiator, het whiteboard, de boekenkast, … Dan is de salontafel aan de beurt. Die is best lang en hij vraagt even de hulp van Maaike. E: “Hoeveel staat hier?”. M:"De tafel is 1m20 lang."




Elliot speelt een spel op de computer. Gust (5) komt binnen en vraagt wat voor ding hij daar in z’n hand heeft. Hij wil ook wel eens meten. Elliot toont hem hoe het werkt en Gust is al snel even enthousiast. Ze meten zichzelf en hun medestudenten en gaan vergelijken. Wie is er de grootste? Hoeveel cm meet Gust meer dan Elliot? Ze willen het allemaal weten. Ze worden steeds ambitieuzer in hun meetplannen. Nu moet ook de zitkamer eraan geloven. De meter blijkt niet lang genoeg om de hele ruimte op te meten. Dan zijn de trap en de traphal aan de beurt. Wat kunnen ze nog meer meten? “Een boom!” bedenkt Elliot. Ze stormen naar buiten op hun sokken, niet te stuiten in hun enthousiasme. Hoogte, omtrek, breedte van de bomen wordt gemeten.













Als ze weer binnenkomen zit Wouter papieren robots en auto’s te vouwen. Dat willen Elliot en Gust ook wel. Wouter gaat met hen op de computer op zoek naar modellen om te printen. Elliot kiest een raket, Gust een sportauto.


William wil aan een puzzel beginnen van maar liefst 1000 stukken. “Wauw”, klinkt het bewonderend. Hij wil de meter van Elliot gebruiken om de grootte in te schatten. Hij zoekt een groot stuk karton om de puzzel op te leggen en vraagt Elliot  of die hem wil wil helpen met meten. William probeert  het karton uit te knippen met een schaar, maar het karton is te stug. Dan maar met het stanleymes. William geeft veiligheidsinstructies terwijl Elliot het karton helpt vasthouden.


Intussen zit Gust vastberaden een blauwe bus te maken. Hij laat zich niet uit z’n concentratie halen door alle commotie. “Het is veel werk, maar ik geef niet op.”


Na de lunchpauze wordt er op de trampoline gesprongen, gelezen, spelletjes gespeeld, gekletst.

Louis bekijkt filmpjes op z’n laptop. William is aan de slag met z’n puzzel. Gust wil helpen en gaat een grote pot halen om puzzelstukjes in te sorteren. Helpen met puzzelen lukt niet, maar hij wil wel graag toekijken. Elliot komt erbij zitten met een nieuw papieren model. Gust haalt zijn werkje er ook terug bij. Ze vergelijken. Elliot wil toch een ander model, een coole robot van wel 5 pagina’s. Maaike helpt hem printen en ze gaan samen knippen.


Gust:” Ik kan tellen tot 100, en hij telt:100, 200, 300, …1000
Louis (16):” Ja, maar er komt wel nog vanalles tussen.”
Gust kijkt verward. Louis legt uit. Maaike schrijft het op het bord en Gust telt mee.

Gust vertelt Louis een mop over apen. “Er zitten 100 apen in een boom. Eentje valt eruit. Hoeveel zitten er nog in?”
L:”99”
G:” Nee, 0, want het zijn na-aapjes. Hij ligt krom van het lachen.
L:  (glimlachend)”Die is wel droog.”
Gust wil zijn mop op het bord tekenen, maar heeft wat moeite met het cijfer 9. Hij vraagt om het voor te tekenen. Hij wil ook verder tellen en vraagt Maaike om de cijfers en getallen op het bord te schrijven. Als Maaike telefoon krijgt wil Gust zelf eens proberen. Ook Wouter helpt een handje mee. Gust blijft gefascineerd toekijken en meetelllen.
Elliot knipt verder stukken uit voor zijn papieren robot.










Gust en Elliot hebben het tellen vanaf 100 beet en ze gaan enthousiast willekeurige getallen benoemen. Maaike schrijft ze op het bord en zij lezen ze om ter snelst af.

De rust keert terug, er wordt gelezen, gecomputerd, geknipt en gekleurd. Er onststaat een gesprek over film en wanneer de eerste film werd gemaakt. Er wordt druk opgezocht op Wikipedia. Iedereen wil weten welke film er in zijn geboortejaar uitkwam. Gust wil ook wat foto's nemen.

Elliot en Gust gaan weer voor het bord vol getallen staan en beginnen getal per getal uit te wissen. Gust: ” Ik doe alles met een 6.” Elliot:” Ik alles met een 2!”
Daarna gaan ze letterlijk “uitgeteld” op de trampoline springen.










Aan het eind van de dag gaat iedereen z’n spullen opruimen. Elliot heeft geen zin en Gust probeert hem te overhalen: “Maar we moeten onze eigen rommel opruimen!”. Elliot wil niet en gaat naar beneden. Gust en Wouter dienen een klacht tegen Elliot in bij het juridisch comite omdat hij z’n spullen niet opruimt. Die klacht zal de volgende dag behandeld worden.

Zo kan leren dus ook: organisch, spontaan, ongedwongen, aanstekelijk, en gewoon heel erg leuk.