maandag 8 december 2014

Integralen


Onze dochter van zeven zit op Sudbury School Gent.  Waarom?* Dat mogen we heel vaak uitleggen. Altijd een onderwerp om over te praten op recepties en dergelijke. Ook laatst op een feestje.

Ze zat op mijn schoot omdat ze niemand kende. Ik raakte aan de praat met een geoloog en natuurlijk stelde hij haar na een tijdje de vraag. ‘En, in welk leerjaar zit jij?’ Soms, als ze weet dat er niet genoeg tijd is om het uit te leggen of als ze geen openheid bij de vraagsteller bespeurt, antwoordt ze: ‘Het tweede leerjaar’ Deze man is echt geïnteresseerd, dus hij krijgt een uitgebreid antwoord. ‘In onze school zijn er geen leerjaren. Kinderen van verschillende leeftijden zitten samen in één groep.’ Dat roept uiteraard meer vragen op. Er mengen zich meer mensen in het gesprek en we zijn vertrokken voor een uur of twee. 
Er komen veel kritische en ongelovige vragen.
Net als ik denk dat ‘de-vraag-die-ze-altijd-stellen’ deze keer niet zal komen, stelt een vrouw ze toch. ‘Leren ze dan wel integralen op die school?’ ‘Voor ik de vraag beantwoord, stel ik een tegenvraag. ‘Wie van jullie weet nog wat integralen zijn en wie heeft ze nog gebruikt nadat hij is afgestudeerd?’ Er onstaat een pittige discussie en ik heb even tijd om een drankje te  halen en luister geamuseerd naar mijn dochter die verhuisd is naar de stoel naast de geoloog. Doordat op een Sudbury school volwassenen en kinderen van alle leeftijden op een ongedwongen manier met elkaar omgaan, ziet ze volwassenen gewoon als mensen waar je boeiende gesprekken mee kan hebben.  Ze zitten in het Engels met elkaar te praten, want ze wil hem tonen hoe goed haar Engels al is. Daarna vertelt hij haar hoe bergen ontstaan zijn en vraagt ze hem honderduit over aardverschuivingen en aanverwanten. Ze hebben dolle pret samen.
Ik meng me terug in het gesprek over de integralen en vertel hen over het filmpje van een wiskundeleraar die tot de conclusie is gekomen dat slechts 1% van de afgestudeerden hogere wiskunde gebruikt in een latere loopbaan.  Dat neemt niet weg dat er op een Sudbury School wel jongeren zijn die deze wiskunde studeren omdat ze dat zelf beslissen omdat ze weten wat er van hen verwacht wordt als ze willen verder studeren. En daar horen integralen bij. 
‘Mag ik jullie trouwens nog eens uitleggen wat integralen zijn?’, vraag ik tot slot, want ik behoor nu toevallig wel tot die 1%. Na wat afwijzend gemompel en een ‘laten we het gezellig houden’ valt er een stilte totdat de heldere stem van mijn docher klinkt: ‘Mama, wat zijn dat eigenlijk, integralen?’ En daarmee is de stelling dat kinderen nieuwsgierig en leergierig zijn ook weer bewezen.

We kiezen voor een school waar ze zelf verantwoordelijk is voor de invulling van haar dag, waar ze mee beslist over de regels op school en mee mag helpen om conflicten op te lossen. Een school waar ze fouten mag maken, waar ze boos mag zijn, maar ook blij. 
Waarom?
We vinden het belangrijk dat ze op school  naast cognitieve vaardigheden ook andere dingen mag leren.  Dingen die levensbelangrijk zijn in onze maatschappij. Zelfkennis bijvoorbeeld, sociale en communicatieve vaardigheden,  haar eigen grenzen kennen en kunnen aangeven,… Zo kan ik nog een tijdje doorgaan. 
Maar bovenal willen we graag dat ons nieuwsgierige, wispelturige, enthousiaste, koppige, open, creatieve, ongeduldige, wijze en zorgzame meisje mag blijven wie ze is. 

donderdag 27 november 2014

Deze jongelui hoef ik niets te leren


Vaak ben ik lekker aan het spelen of knutselen met de jongste Sudbury studenten of een klusje aan het opknappen, maar soms loop ik een beetje met mijn ziel onder mijn arm omdat de kinderen lekker zelf bezig zijn en mij helemaal niet nodig hebben. Op zo'n verloren woensdag ben ik een JC gaan bijwonen. En daar heb ik stiekem de grootste lol in gehad...

Mijn boterhammen verdien ik door trainingen in bedrijven en organisaties te geven. Ik heb een heel scala aan trainingen die met communicatie te maken hebben en daar zitten o.a. vergadertechnieken, assertiviteit, conflicthantering en omgaan met agressief gedrag bij. En geloof me, deze trainingen hebben de meeste volwassenen broodnodig om een beetje efficiënt te kunnen samenwerken. Tijdens mijn trainingen zakt de moed mij soms  in de schoenen wanneer ik weer een keer vaststel hoe “kinderachtig” veel volwassenen met elkaar omgaan.

Het JC wordt door een jongeman van 13 gecoördineerd. Hij doet dat heel rustig en ernstig en wordt door de anderen volkomen gerespecteerd en niemand, behalve ik, heeft in de gaten dat hij er heel
grappig uitziet met een carnavalshoed op zijn hoofd. De klacht die behandeld wordt gaat over een uit de hand gelopen speel-vechtpartijtje, dat uitgemond is in een lichte vorm van fysieke agressie. Na een half uurtje observeren ben ik zwaar onder de indruk. De jongens verwoorden heel goed en assertief hoe zij het gevecht en wat er gezegd is, ervaren hebben. Ze blijven mooi uit de valkuil van wie het slachtoffer is en wie de dader en begrijpen dat beiden aandeel hebben in wat er gebeurd is. De andere aanwezigen blijven objectief, stellen vragen en geven hun mening. Er wordt overlegd om een kort en krachtig verslag van het geheel neer te schrijven. Er is consensus over het verslag. Op geen enkel moment wordt van het onderwerp afgeweken. Niemand houdt zich met iets anders bezig dan met dit agendapunt. Ze hebben geen volwassene nodig om de vergadering in goede banen te leiden, ze manen elkaar aan om onrustig gedrag te stoppen en bij de zaak te blijven. Zelfs de jongste deelnemer van vijf, zit er heel serieus bij en blijft luisteren. Hij komt uit zichzelf in actie om een extra getuige te gaan halen.  Met andere woorden, ik heb deze jongelui niets te leren.

Wat deze jongeren mij laten zien, zijn vaardigheden waar ze de rest van hun leven de vruchten van gaan plukken. En ze hebben het zelf geleerd, gewoon door hier op school te ZIJN.

(Inge Vandeweege werkt op woensdag als vrijwilliger bij Sudbury School Gent)

dinsdag 9 september 2014

September


1 september. Hier hebben vele studenten van Sudbury School Gent 2 maanden reikhalzend naar uitgekeken: Dagen op de kalender afgestreept, ‘Hoeveel keer slapen en het is terug school?’
Niet dat de vakantie niet leuk was. De eerste septemberdagen doet iedereen volop verslag van fijne zomeravonturen.
De omgekeerde wereld? Misschien. Op onze school zijn vakanties zeker welkom, maar zowat iedereen is blij om gewoon terug op school te kunnen zijn.

Naast aanhalen van vriendschappen, in halen van gemiste tijden met elkaar, kennis maken met nieuwe leerlingen en terug een schoolritme vinden, bruist ook de schoolorganisatie heel erg de eerste weken van het nieuwe schooljaar.
Binnen de school zijn allerlei gezelschappen en comités actief. Deze comités en gezelschappen nemen verschillende verantwoordelijkheden op, beheren materiaal en voorzien middelen voor de schoolgemeenschap. Ze evalueren hun werking van het voorbije jaar, vragen budgetten aan voor het nieuwe jaar, wijden nieuwe betrokkenen in, zetten stappen om nieuwe plannen te verwezenlijken, en gaan in gesprek in verband met op te lossen knelpunten.

Zo pikt ons computergezelschap meteen de draad van vorig jaar op. De voorwaarden voor het behalen van een computercertificaat worden verfijnd. Er worden nieuwe regels opgesteld voor reservatie om toegankelijkheid te combineren met een faire tijdverdeling voor jong en oud. Een buddy-systeem draait proef om beginners en gevorderden te helpen.

In verschillende kamers staan stapels nieuw gedoneerde boeken. Het bibliotheekgezelschap gaat op zoek naar extra boekenkasten. Sinds vorig jaar hebben we extra ruimtes in het gebouw en het inrichtingscomité heeft al voor een zetel gezorgd in de speelruimte. Verder bevragen ze de schoolbevolking welke inrichting en doel ze zien voor een andere nieuwe ruimte.


D (10) en G (7) die in de tuin spelen, merken dat de slinger aan het doorscheuren is. D, die voorzitter is van het buitensportgezelschap neemt meteen de koe bij de horens en overlegt met de overige leden van het verantwoordelijke gezelschap. Na beraad maakt hij een duidelijk bord dat aangeeft dat de slinger niet langer gebruikt kan worden. Hij plant ook een bijeenkomst voor het buitensportgezelschap om verder te bekijken wat we ermee gaan doen. Tijdens deze eerste vergadering van het jaar wordt overlegd wie de voorzitter zal worden, wie de verslagen zal schrijven en wie het geld zal beheren als het aangevraagde budget wordt goedgekeurd.

Het PR-comité verzamelt ideetjes om van ons 5e schooljaar een feesteditie te maken. Het juridisch comité test de nieuwe database uit en maakt hier en daar kleine aanpassingen.

Het keukengezelschap dat vorig jaar niet erg actief was, neemt zich voor daar verandering in te brengen. Er is nieuw bloed bijgekomen en de eerste kookideetjes staan in de steigers.

Wie wil, kan zich tegen de 3e schoolmeeting van het jaar kandidaat stellen om een coördinator functie op te nemen. Wie wil dit jaar secretaris worden en de agenda en het verslag van de schoolmeeting opmaken? Wie wordt de nieuwe beheercoördinator of aanwezigheidscoördinator? Studenten ontdekken welke rollen ze kunnen opnemen en wat de taken zijn van elke coördinator. Studenten en staf die de fakkel doorgeven lichten geïnteresseerden in.

Ah september, it’s good to be back!

maandag 11 augustus 2014

De geur van een ongewenste laatste schooldag

(tekst van een ouder die door omstandigheden afscheid neemt van onze school)

Abrupt kondigde zich vanochtend de laatste schooldag aan. De dag waarop de zomer pas echt zijn langverwachte intrede doet. Een dag die zou moeten ruiken naar zonnemelk en gras, naar waterijsjes en aardbeien, naar vers kinderzweet en rijpe tomaten.

Hier stonk de dag een beetje. Wij roken vaag de onbestendige geur van krijt en opgehoopte stoffigheid, van lucht waar in de loop van de dag de meeste zuurstof uit is verdwenen. Van binnenzitten en reikhalzend naar buiten gluren. Van zweterige boterhammen met salami en konfituur in druk bevolkte refters.

Mijn kinderen gingen tot vandaag niet zomaar naar school.  Ze bouwden een school. Ze groeiden op school. Ze maakten regels om die vervolgens weer af te schaffen. Ze dachten na over hoe ze met elkaar moesten leven binnen de muren van hun school.
Ze hoefden zich niet af te vragen of ze uitgelachen zouden worden, wanneer ze met snoepjesroze crocs, een babyroze hartjesdiadeem, een spiderman-shirt en een plastic machinegeweer (al deze accessoires verspreid over een enkel jongenskind) de school binnenhuppelden. Er keek nauwelijks iemand op.
Ze aten wanneer ze honger hadden. En anders niet.
Ze gingen naar buiten wanneer ze daar zin in hadden, ook al regende het pijpenstelen en slurpte de modder hun sokken op.
Ze losten hun conflicten op, nu eens rustig en empathisch, dan weer met een mep of een stomp. Die mep of die stomp gaf dan weer aanleiding tot een gesprek, tot vragen, tot kijken naar wat je deed en wat dat met de ander deed.
Ze bakten taart en maakten soep, ze bouwden forten en raketten, ze hielden nachtelijke logeerpartijen op school, deden er amper een oog dicht.

De oudste zoon leerde er (niet noodzakelijk in die volgorde) schaken, rekenen, nagenoeg accentloos Engels spreken, virtuele zombies onthoofden, zeggen wat je wilt en niet wilt en dat op beleefde wijze, respect hebben en tonen voor iedereen, ruzie maken en het goedmaken, je troep opruimen, stofzuigen, bladeren harken. En bovenal: hij leerde er dat hij ok is. Ook als hij bij momenten de kamer, en bij uitbreiding het huis door stuitert. Ook als hij ratelt als een versneld cassettebandje op repeat. Ook als wiebelend met een knie op de zitting van de stoel leunen, terwijl je je boterhammen naar binnen schrokt, zijn versie blijkt te zijn van neerzitten tijdens het eten.

Dat leren ging niet vanzelf. Het eerste jaar sloot hij zich op en af in lege kamers of kasten en onder tafels, kwestie van duidelijk te maken dat hij niets te maken wenste te hebben met de rest van de schoolbevolking. Wanneer hij gestoord werd in zijn bezigheden was een flinke klap en een schreeuw zijn enige manier om duidelijk te maken dat hij niet gediend was van de intrusie. Praten deed hij nauwelijks.
Het tweede jaar bracht hij grotendeels door voor een computerscherm. Zelfs het kerstfeest met chocolademelk en pannenkoeken konden hem niet losweken van de hardware. De theorie vertelde ons dat dat overging, maar geloven in theorieën is doorgaans makkelijker wanneer je ze niet in praktijk hoeft te brengen.

Vier jaar later moet ik mijn vrolijke, oversociale kind nu en dan aanmanen om mensen met rust te laten, wanneer hij tijdens een wandeling of op een terras met iedereen conversaties aanknoopt en alle hondeneigenaars bestookt met vragen over ras, naam en herkomst van hun viervoeter. Hij wijst zijn schoolvrienden op hun rommel, op het feit dat ze onbeleefd of respectloos zijn, op eender wat in zijn ogen onrechtvaardig is en dus dient aangekaart. Hij spreekt mij streng toe wanneer ik (per ongeluk) een winkelrekening op de grond laat vallen bij het verlaten van de supermarkt. Hij kijkt naar mensen zonder taal, kleur, uiterlijke kenmerken in rekening te brengen. En man, wat is hij gelukkig. Jaloersmakend, zoals dat kind door het leven huppelt en springt.

We hadden geen rapporten, cijfers of evaluaties nodig om te zien hoe de zonen bloeiden en groeiden. Wanneer er iets misliep, dan ging de staf in gesprek met ons kind, in plaats van ons te sommeren voor een oudercontact. Ze raakten er onder elkaar wel uit, zo bleek. We voelden ons bij momenten enigszins overbodig.

Nu nemen we afscheid van zijn, van onze school, een afscheid waar we geen zin in hebben. Omdat we er niet echt voor kiezen. Omdat het de omstandigheden zijn die de keuze wegdrukken. Omdat sommige beslissingen zich wel vermommen als keuzes, maar het eigenlijk niet echt zijn. Omdat we weten dat het nooit terugkomt. Omdat scholen als de onze niet in het keurslijf van eindtermen, leerdoelen en andere abstracte regelneverij passen, en dus ook geen recht hebben op overheidssteun. Omdat men wel de mond vol heeft over vernieuwing en hervorming van het onderwijs, maar in de praktijk elke daadwerkelijke vernieuwing argwanend en afkeurend in de gaten houdt. Omdat wie afwijkt van de norm gekortwiekt wordt en verdomd sterk in zijn of haar schoenen moet staan om op het zelfgekozen pad te blijven.

Dus nee, geen blije gezichten hier, op deze laatste schooldag. Maar een moeilijk afscheid en vooruitblikken op iets wat ons niet meteen doet verlangen: een reguliere school.
Een plek waar er stilgezeten dient te worden; waar je eet wanneer iedereen eet en omdat het twaalf uur is, waar buitenspelen of lucht happen op vastgezette tijdstippen gebeurt, waar men over je praat met je ouders ipv met jou over hoe het met je gaat; waar er gequoteerd, genoteerd, gemeten en geregeld wordt; waar men niet gewoon vaststelt dat je kan rekenen door met je naar de winkel te gaan en je te laten afrekenen, maar daar eerst een toets voor nodig acht. Waar wat jij vindt en wilt niet echt telt.

De taart die ik vanochtend vroeg bakte, staat wat verdrietig af te koelen. Een pover bedankje voor de tijd die mijn kinderen cadeau kregen, tijd om te groeien, hoe traag ook; tijd om zichzelf te zijn en te vinden; tijd om zich samen met anderen van uiteenlopend pluimage, ergens thuis te voelen; tijd om een kind te zijn en te doen wat kinderen nodig hebben, met vallen en rechtkrabbelen, met blauwe plekken en builen.

Het komt vast allemaal goed, zo maak ik mezelf wijs. Laat ons eerst de zomer maar verteren.

Bieke Purnelle
Zie ook Biekes Blog 

maandag 16 juni 2014

Een kind is als...

Afgelopen weekend waren we opnieuw op de Europese Sudbury Workshop waar studenten, stafleden van Europese scholen en startersgroepen samen komen om ervaringen uit te wisselen. Het was fijn dat er ook twee mensen uit de Sudbury school in Jeruzalem bij waren om hun kennis te delen. Ze bestaan 12 jaar en hebben veel ervaring omdat ze al jaren meer dan 100 kinderen hebben.

Wat me van dit weekend bij blijft is: ‘Het kan wel!’ 
Zo start er een nieuwe school in Bavaria, Duitsland. Na 9 jaar van ploeteren, lobby-en en blijven geloven dat het wel kan, zal de school uiteindelijk in september kunnen starten met een groep zeer enthousiaste stafleden.
Na de verplichte sluiting van de Kampamje in Amersfoort vonden de vorige stafleden een manier om opnieuw een school te starten, Newschool.nu

Stafleden uit Jeruzalem vertelden dat een van hun alumni het voor elkaar gekregen heeft om een skatepark te openen in Jeruzalem. Jeruzalem is blijkbaar een stad waar zo’n projecten quasi onmogelijk zijn. Behalve als je het echt wilt en een weg zoekt zodat het wel kan. 

En zo werd opnieuw duidelijk welke belangrijke lessen kinderen leren op een Sudbury school. Dat ze hun eigen leven in handen kunnen nemen en hun eigen werkelijkheid creëren. Dat het kan als je het echt wil.

Wat ik er voor mezelf heb geleerd als staflid en als ouder is hoe belangrijk het is dat we kinderen hun eigen doelen laten bepalen en dat ze ook mogen beslissen hoe ze die doelen bereiken. Dat we niet mogen oordelen over de dingen die ze willen bereiken en over de activiteiten die ze doen, maar dat we als een liefdevolle supporter aan de zijlijn staan en hen ondersteunen waar nodig.

Op de workshop hoorde ik nog een mooie vergelijking: Een kind is als een cake...
Als je een cake bakt, maak je het deeg zo goed je kan en dan stop je het in de oven. Wat gebeurt er als je de oven te vaak open trekt of te vaak in de cake prikt om te kijken of hij goed is?

Lieve Van Passen

dinsdag 25 maart 2014

Mannen met baarden

'Waarom hebben mannen baarden en vrouwen niet?' vraagt Lien van vijf. 
'Zullen we dat eens opzoeken?' antwoord ik.
Waarom hebben mannen baarden, vraagt ze aan de I-pad. Het programma is nog niet feilloos. De vraag: 'Waarom hebben mannen paarden?' verschijnt op het scherm. Daar moet Lien verschrikkelijk om lachen. 'Baarden en paarden, dat is maar één letter verschil,' weet ze me te vertellen. Toch kan ze nog niet lezen of schrijven. Ik laat haar het woord paarden veranderen in baarden en vertel haar wat er als antwoord staat. Dat dat een restant is van de oertijd, toen de mannen gingen jagen en als bescherming lichaamshaar nodig hadden, terwijl de vrouwen in de grot bleven om voor het vuur, het eten en de kinderen te zorgen. 
'En zijn we dan vroeger nog apen geweest?' is de volgende vraag. We zoeken dit op en ik vertel haar over de evolutietheorie. Als we verder zoeken, komen op een site terecht met korte animatiefilmpjes over bekende personen uit de geschiedenis. 
De filmpjes zijn redelijk moeilijk voor een kind van vijf, maar toch vindt ze het leuk. Ze kijkt een keer of tien naar de filmpjes 'Wie was Darwin?' en 'Wie was Pavlov?' Ze stelt er nog een paar vragen over en zegt dan 'en nu ga ik spelen' en weg is ze. 












's Avonds op de bus op weg naar huis begint ze te praten tegen een meneer met baard. 
'Wat heb je vandaag op school geleerd?' vraagt die.
'Niks,' is haar antwoord. 'Ik heb gespeeld.'
De man trekt een wenkbrauw op.
'Weet je waarom mannen baarden hebben?,' vraagt ze hem. En dan vertelt ze over de oertijd, de evolutietheorie, de tegenkantingen van de kerk en de honden van Pavlov. De man trekt nu verbaasd beide wenkbrauwen op.

dinsdag 25 februari 2014

De school als leer- en werkplek in 2030

Vorig jaar gaf Pascal Smet de opdracht aan aan het Department Onderwijs en Vorming om een project uit te werken over 'De school als leer- en werkplek in 2030'. Er ontstond een partnerschap met de Koning Boudewijnstichting en de Vlor.

Afgelopen zomer organiseerden deze partners een 'Leerlab' voor creatievelingen van binnen en buiten het onderwijs. Verschillende deskundigen werden ter inspiratie uitgenodigd, waaronder ook onze school. Met die inspiratie gingen de deelnemers aan de slag om te denken, dromen en ontwerpen hoe het onderwijs er in de toekomst kan uitzien.

In het najaar werd op een participatieve conferentie de ideeën voor het 'Learning Park 2030' aan een ruime groep mensen voorgelegd. Tijdens de conferentie ging die grote groep aan de slag om expertise, ervaring en ideeën aan het voorstel toe te voegen.

Onlangs verscheen 'De nieuwe school in 2030', het verslag van die gemeenschappelijke verkenning
Het is een mooi document geworden waarin zowel vragen, als ideeën, als hefbomen om innovatief aan de slag te gaan vermeld worden.
  1. De toekomstige samenleving is in toenemende mate superdivers, met zeer gevarieerde leefwerelden, culturele verschillen en veeltaligheid. Tegelijk is er de wens om leeromgevingen af te stemmen op individuele verschillen en persoonlijke voorkeuren. Niet alleen om de ‘leeropbrengsten’ te vergroten, maar ook om recht te doen aan wensen van welbevinden, betrokkenheid en motivatie. 

Wij kunnen ons er nu al in vinden en hopen dat 2030 er snel mag zijn. Het volledige document kan je hier lezen.





dinsdag 18 februari 2014

Onderwijsvrijheid

Onderwijsdecreet XXIII zet de onderwijsvrijheid op de helling. Sudbury School Gent & Het Leerhuis gaan in beroep. Jouw gift kan het verschil maken.

De onderwijsvrijheid, een fundamenteel recht om onderwijs in te richten dat de Belgische grondwet garandeert aan elke burger, staat op de helling door de bepalingen van het nieuwe Onderwijsdecreet XXIII dat op 1 september 2013 in alle stilte in werking is getreden. Omdat we dat niet zomaar laten gebeuren, hebben Het Leerhuis en Sudbury School Gent besloten bepaalde artikelen van dit decreet aan te vechten bij het Grondwettelijk Hof. We staan daarin trouwens niet alleen: ook andere belanghebbenden uit het particulier onderwijs en het huisonderwijs hebben rechtszaken bij het Hof lopen.

Wat is er concreet veranderd door het decreet?
1) De Sudbury-scholen vallen nu onder het huisonderwijs. We hebben niks tegen huisonderwijs, maar vinden dat we als georganiseerde particuliere scholen niet onder deze noemer horen. De inrichting van het huisonderwijs biedt geen passend kader aan democratische scholen die werken op basis van zelfsturend leren.
2) Ouders hebben niet langer de vrijheid om hun kind op om het even welk moment tijdens het schooljaar in onze scholen in te schrijven. Bij latere aanmelding dan 3 september moet er een procedure via het CLB worden gevolgd. In het slechtste geval kan het CLB een negatief advies tegen de keuze van ouders uitbrengen. Deze bepaling belemmert potentieel de groei van onze scholen.
3) Op 13 en 15 jaar moeten verplicht via de examencommissie specifieke kwalificaties worden behaald. Dit valt niet te rijmen met het flexibele leertraject op basis van persoonlijke motivatie en interesses dat een Sudbury-school biedt.

Wat staat er op het spel?
1) De integriteit van particuliere scholen die onderwijsvernieuwend werken op basis van een concept dat al ruim 45 jaar in een 30-tal scholen in de Verenigde Staten en Europa met succes jonge mensen naar volwassenheid leidt.
2) De mogelijkheid om een waardevol leerparcours af te leggen buiten het gesubsidieerde schoolsysteem.
3) De ruimte om een heldere pedagogische visie in de praktijk te brengen zonder dat deze door voortdurende inmenging van de overheid verwatert.
4) De mogelijkheid voor ouders om in alle vrijheid pedagogische keuzes voor hun kind te maken.

Waar vragen we de overheid om?
1) De afschaffing van de artikels in Onderwijsdecreet XXIII die de onderwijsvrijheid ondergraven.
2) Overleg, samen met alle betrokkenen, over een passend kader voor het particulier onderwijs en het huisonderwijs in Vlaanderen.

Waar vragen we jou om?
De rechtszaak die wordt aangespannen zal de Sudbury-scholen samen minimum €6000 kosten. Al dit geld zal niet kunnen worden besteed aan het creëren van een inspirerende leeromgeving voor de studenten.

Elke donatie is dan ook heel erg welkom! We rekenen op jouw hulp om de onderwijsvrijheid in Vlaanderen te vrijwaren en het voortbestaan van Sudbury-onderwijs veilig te stellen!

Giften kunnen worden gestort op BE53 5230 4281 3653 (Leerhuis vzw) met vermelding van Beroep Decreet XXIII.

Op het einde van de gerechtelijke procedure komt er ook een openbare zitting, waarop je via onze websites, sociale media en mailings zal worden uitgenodigd.

Hartelijk dank voor je steun!

Het team en de studenten van
Sudbury School Gent http://www.sudbury.be/
Het Leerhuis - Kortenberg http://hetleerhuis.org/

zondag 2 februari 2014

Omgekeerde wereld



Vorige week op de bus terug naar huis. Ik heb net mijn dochter (8 jaar) naar school gebracht. Bij de volgende bushalte stapt er een hele klas jongeren op van een jaar of 17. “Wat ga jij meevolgen?” “Ik wil zeker het vak bedrijfsmanagement meevolgen en jij?” “Ik zit te denken aan rechten. Daar kan je nog alle kanten mee op.”

Ik merk bij mezelf de monoloog die zich begint af te spelen in mijn hoofd: “Waarom zou je je zo vasthouden aan die bepaalde richtingen? Het leven zit vol mogelijkheden. Er zijn legio ideeën om later je brood mee te verdienen. Niet als je in een vakje geduwd wordt. Dan kan je maar kiezen uit een beperkt aanbod wat binnen dat diploma valt. Maar als je nu omgekeerd tewerk gaat: eerst gaat kijken wat je zelf graag doet, wat je wil bereiken/ veranderen in de wereld om je heen en dan gaat kijken welke studie of welke vakken van verschillende studies je daarvoor nodig hebt. Dan zou het werkloosheidsprobleem ook opgelost zijn (misschien iets te idealistisch, maar dromen mag toch).”

Deze monoloog komt deze week in een andere vorm terug bij me naar boven. Mijn dochter heeft het even moeilijk op school. Ze worstelt met de vragen wie ze is, wat ze graag doet, of ze best meeloopt met de anderen of eerder haar eigen zin doet (waardoor ze dan misschien wel alleen is). Vragen die ik me nu, na 40 jaar, stel. Waarom is het in de huidige maatschappij belangrijkst eerst alle kennis te vergaren van rekenen, taal en wetenschappen om pas daarna alle kennis over het leven te verzamelen? Is het niet logischer om eerst de wereld te leren kennen, te weten hoe het werkt, hoe het voor jou werkt.

Als proef op de som vroeg ik onlangs enkele mensen uit mijn kennissenkring die net of bijna op pensioen zijn: “Als je terugkijkt op je carrière, ben je tevreden of had je het liever anders gedaan?” “Ik heb een goed leven gehad: ik ben nooit werkloos geweest, nooit ontslagen en heb met het geld bijna alles kunnen doen wat ik wou op vlak van reizen, dingen kopen, … Het was een job, maar ik heb niet het verschil kunnen maken waar ik vroeger wel van droomde.”

Dit antwoord is voor mij voldoende om te beseffen dat je best eerst naar jezelf op zoek kan en dan naar de kennis die nodig is om het meeste uit het leven te halen.