vrijdag 27 maart 2015

Kangoeroe wedstrijd

In een school waar kinderen mogen leren in vrijheid en leren vanuit hun eigen interesse zie je een grote diversiteit aan onderwerpen en interesses aan bod komen. Je ziet verschillende stijlen en de constante interactie en het leren van en met elkaar.

Vorig jaar wou één van onze studenten graag meedoen aan de kangoeroewedstrijd, een proef vol denk- en rekenvraagstukken. D had dat op zijn vorige school al gedaan en vond het wel een leuke uitdaging, met toffe oefeningen.
Andere kinderen waren nieuwsgierig, bekeken de oefenboekjes en dachten na over al dan niet meedoen volgend jaar.

Dit jaar hing de kangoeroeposter uit. Velen lazen wat erop stond en probeerden de verschillende
oefeningen op te lossen. Dit jaar waren er 2 kinderen die wilden meedoen: D(11) die vorig jaar ook meedeed, en G(8) die al bijna vijf jaar op Sudbury School Gent zit en nog nooit op een klassieke manier rekenlessen heeft gehad.

Om een beeld te krijgen van het leerproces bij ons op school verwijzen we je graag naar vorige posts: (een dag op school) (integralen)

De enthousiastelingen werden ingeschreven voor respectievelijk de editie 'Springmuis' (2e graad lager onderwijs), en Wallabie (1e graad secundair).

Als staflid begeleid ik de proef voor G. Spannend, want G is de vraagstelling niet gewoon. Rekenen is iets wat hij vooral op een heel organische en natuurlijke manier geleerd heeft. Hij gebruikt het dagdagelijks, maar meestal in zeer concrete context. Zou het lukken? Op een aantal vlakken heeft hij misschien niet hetzelfde niveau.
Niks van dit alles heeft hem tegengehouden om toch mee te willen doen. Wedstrijdjes vindt hij leuk, en cijfers boeien hem ook wel.

De klok wordt ingesteld op 50 minuten, 24 oefeningen te gaan. En zowaar de eerste oefeningen zijn een makkie, vlot op te lossen, met ruim wat tijd over.
Mooi proces om gade te slaan. Hij is best zenuwachtig bij aanvang. Soms lees je de spanning van hem af, maar gedurende 50 minuten blijft hij intens gefocust. Hij voelt zelf wanneer het wat teveel wordt en gaat verschillende keren spontaan even in de ruimte rondwandelen, zich uitstrekken en wat springen.

Gedreven is hij wel, wil alles uit zijn hoofd doen. Tot de oefeningen moeilijker worden en hij op aanraden toch het kladpapier gaat gebruiken. Sommige oefeningen blijken echt te moeilijk. Hij maakt de afweging en besluit, na wat proberen, om 2 oefeningen over te slaan. Later bekijkt hij ze opnieuw en slaagt erin beide juist op te lossen. Uiteindelijke blijken 50 min net wat te weinig, maar hij is niet ontevreden: de oefeningen die binnen zijn bereik lagen heeft hij allemaal opgelost. Misschien door stress en te snel willen zijn 2 slordige foutjes gemaakt, maar in totaal ruim geslaagd.

Dit was alweer een belangrijk stukje in zijn leerproces. Een stap die hij zelf gekozen heeft en waar hij ongetwijfeld weer veel van heeft opgestoken.
Ik denk dat we aan een jaarlijkse traditie begonnen zijn.





vrijdag 20 maart 2015

Een (heel klein deel van een) week in beeld

Talententoolbox

M(16) had een aantal maanden terug op het congres ivm kwaliteitsvol onderwijs een sessie van Luk Dewulf gevolgd en was enthousiast. De talententoolbox stond al enige tijd op onze verlanglijst, en vorige week is hij eindelijk aangekomen. M wou er gelijk mee aan de slag.  D(11) liep zich wat te vervelen en wou ook wel meedoen.
Gefocust gingen we aan de slag met de sneltest: 39 vragen die je een beeld geven op je talenten. M gaf uitleg aan D als hij bepaalde zaken niet begreep, gaf voorbeelden, etc.
Ze bespraken of bepaalde talenten in meer of mindere mate bij hen aansloten en konden ook van medestudenten benoemen welke talent ze hadden. Ze gaven elkaar feedback, bekeken in welke context hun talent zich thuisvoelt en welke hefboomvaardigheden ze kunnen inzetten.
Zoals vaker, meerdere keren per dag gebeurt, raken anderen geïnteresseerd en komen meekijken/luisteren. Ma (14) nam aandachtig de vragenlijst door. E(9) was vooral geboeid door de 'talent'-namen en wou die allemaal lezen. D(11) helpt hem, geeft tips, moedigt aan en ondersteunt hem.




Vleeshoop
Jongens van verschillende leeftijden (tss 5 en 13) besluiten samen een spel te spelen:vleeshoop Iedereen haakt zich aan elkaar vast, en een ander moet de menselijke ketting proberen te breken. Teambuilding, afspraken maken, overleggen en aanmoediging.











Taarten bakken

Heerlijk weer lokte velen naar buiten en zand en water werden gekoesterd. Welkom in ons restaurant, welke taart wil u eten, wilt u daar ook een kopje thee bij?




















Carll Cneut en tekenen
Lang naar uitgekeken, en vrijdag 13/3 was het zo ver, we gaan met een groep de tentoonstelling van Carll Cneut bezoeken. Jong en oud genieten van de mooie, wonderbaarlijke verhalen verteld door Wouter Deprez. Helaas zit Carll Cneut thuis met de griep. Sommige deelnemers blijven een beetje op hun creatieve honger zitten, maar plannen voor iets nieuws broeden al.










C(6) gaat aan de slag met 1 van de vele 'tekenboeken' die we liggen hebben: "Kijk het is eigenlijk een beetje zoals een printer, ik maak een kopie."









maandag 8 december 2014

Integralen


Onze dochter van zeven zit op Sudbury School Gent.  Waarom?* Dat mogen we heel vaak uitleggen. Altijd een onderwerp om over te praten op recepties en dergelijke. Ook laatst op een feestje.

Ze zat op mijn schoot omdat ze niemand kende. Ik raakte aan de praat met een geoloog en natuurlijk stelde hij haar na een tijdje de vraag. ‘En, in welk leerjaar zit jij?’ Soms, als ze weet dat er niet genoeg tijd is om het uit te leggen of als ze geen openheid bij de vraagsteller bespeurt, antwoordt ze: ‘Het tweede leerjaar’ Deze man is echt geïnteresseerd, dus hij krijgt een uitgebreid antwoord. ‘In onze school zijn er geen leerjaren. Kinderen van verschillende leeftijden zitten samen in één groep.’ Dat roept uiteraard meer vragen op. Er mengen zich meer mensen in het gesprek en we zijn vertrokken voor een uur of twee. 
Er komen veel kritische en ongelovige vragen.
Net als ik denk dat ‘de-vraag-die-ze-altijd-stellen’ deze keer niet zal komen, stelt een vrouw ze toch. ‘Leren ze dan wel integralen op die school?’ ‘Voor ik de vraag beantwoord, stel ik een tegenvraag. ‘Wie van jullie weet nog wat integralen zijn en wie heeft ze nog gebruikt nadat hij is afgestudeerd?’ Er onstaat een pittige discussie en ik heb even tijd om een drankje te  halen en luister geamuseerd naar mijn dochter die verhuisd is naar de stoel naast de geoloog. Doordat op een Sudbury school volwassenen en kinderen van alle leeftijden op een ongedwongen manier met elkaar omgaan, ziet ze volwassenen gewoon als mensen waar je boeiende gesprekken mee kan hebben.  Ze zitten in het Engels met elkaar te praten, want ze wil hem tonen hoe goed haar Engels al is. Daarna vertelt hij haar hoe bergen ontstaan zijn en vraagt ze hem honderduit over aardverschuivingen en aanverwanten. Ze hebben dolle pret samen.
Ik meng me terug in het gesprek over de integralen en vertel hen over het filmpje van een wiskundeleraar die tot de conclusie is gekomen dat slechts 1% van de afgestudeerden hogere wiskunde gebruikt in een latere loopbaan.  Dat neemt niet weg dat er op een Sudbury School wel jongeren zijn die deze wiskunde studeren omdat ze dat zelf beslissen omdat ze weten wat er van hen verwacht wordt als ze willen verder studeren. En daar horen integralen bij. 
‘Mag ik jullie trouwens nog eens uitleggen wat integralen zijn?’, vraag ik tot slot, want ik behoor nu toevallig wel tot die 1%. Na wat afwijzend gemompel en een ‘laten we het gezellig houden’ valt er een stilte totdat de heldere stem van mijn docher klinkt: ‘Mama, wat zijn dat eigenlijk, integralen?’ En daarmee is de stelling dat kinderen nieuwsgierig en leergierig zijn ook weer bewezen.

We kiezen voor een school waar ze zelf verantwoordelijk is voor de invulling van haar dag, waar ze mee beslist over de regels op school en mee mag helpen om conflicten op te lossen. Een school waar ze fouten mag maken, waar ze boos mag zijn, maar ook blij. 
Waarom?
We vinden het belangrijk dat ze op school  naast cognitieve vaardigheden ook andere dingen mag leren.  Dingen die levensbelangrijk zijn in onze maatschappij. Zelfkennis bijvoorbeeld, sociale en communicatieve vaardigheden,  haar eigen grenzen kennen en kunnen aangeven,… Zo kan ik nog een tijdje doorgaan. 
Maar bovenal willen we graag dat ons nieuwsgierige, wispelturige, enthousiaste, koppige, open, creatieve, ongeduldige, wijze en zorgzame meisje mag blijven wie ze is. 

donderdag 27 november 2014

Deze jongelui hoef ik niets te leren


Vaak ben ik lekker aan het spelen of knutselen met de jongste Sudbury studenten of een klusje aan het opknappen, maar soms loop ik een beetje met mijn ziel onder mijn arm omdat de kinderen lekker zelf bezig zijn en mij helemaal niet nodig hebben. Op zo'n verloren woensdag ben ik een JC gaan bijwonen. En daar heb ik stiekem de grootste lol in gehad...

Mijn boterhammen verdien ik door trainingen in bedrijven en organisaties te geven. Ik heb een heel scala aan trainingen die met communicatie te maken hebben en daar zitten o.a. vergadertechnieken, assertiviteit, conflicthantering en omgaan met agressief gedrag bij. En geloof me, deze trainingen hebben de meeste volwassenen broodnodig om een beetje efficiënt te kunnen samenwerken. Tijdens mijn trainingen zakt de moed mij soms  in de schoenen wanneer ik weer een keer vaststel hoe “kinderachtig” veel volwassenen met elkaar omgaan.

Het JC wordt door een jongeman van 13 gecoördineerd. Hij doet dat heel rustig en ernstig en wordt door de anderen volkomen gerespecteerd en niemand, behalve ik, heeft in de gaten dat hij er heel
grappig uitziet met een carnavalshoed op zijn hoofd. De klacht die behandeld wordt gaat over een uit de hand gelopen speel-vechtpartijtje, dat uitgemond is in een lichte vorm van fysieke agressie. Na een half uurtje observeren ben ik zwaar onder de indruk. De jongens verwoorden heel goed en assertief hoe zij het gevecht en wat er gezegd is, ervaren hebben. Ze blijven mooi uit de valkuil van wie het slachtoffer is en wie de dader en begrijpen dat beiden aandeel hebben in wat er gebeurd is. De andere aanwezigen blijven objectief, stellen vragen en geven hun mening. Er wordt overlegd om een kort en krachtig verslag van het geheel neer te schrijven. Er is consensus over het verslag. Op geen enkel moment wordt van het onderwerp afgeweken. Niemand houdt zich met iets anders bezig dan met dit agendapunt. Ze hebben geen volwassene nodig om de vergadering in goede banen te leiden, ze manen elkaar aan om onrustig gedrag te stoppen en bij de zaak te blijven. Zelfs de jongste deelnemer van vijf, zit er heel serieus bij en blijft luisteren. Hij komt uit zichzelf in actie om een extra getuige te gaan halen.  Met andere woorden, ik heb deze jongelui niets te leren.

Wat deze jongeren mij laten zien, zijn vaardigheden waar ze de rest van hun leven de vruchten van gaan plukken. En ze hebben het zelf geleerd, gewoon door hier op school te ZIJN.

(Inge Vandeweege werkt op woensdag als vrijwilliger bij Sudbury School Gent)

dinsdag 9 september 2014

September


1 september. Hier hebben vele studenten van Sudbury School Gent 2 maanden reikhalzend naar uitgekeken: Dagen op de kalender afgestreept, ‘Hoeveel keer slapen en het is terug school?’
Niet dat de vakantie niet leuk was. De eerste septemberdagen doet iedereen volop verslag van fijne zomeravonturen.
De omgekeerde wereld? Misschien. Op onze school zijn vakanties zeker welkom, maar zowat iedereen is blij om gewoon terug op school te kunnen zijn.

Naast aanhalen van vriendschappen, in halen van gemiste tijden met elkaar, kennis maken met nieuwe leerlingen en terug een schoolritme vinden, bruist ook de schoolorganisatie heel erg de eerste weken van het nieuwe schooljaar.
Binnen de school zijn allerlei gezelschappen en comités actief. Deze comités en gezelschappen nemen verschillende verantwoordelijkheden op, beheren materiaal en voorzien middelen voor de schoolgemeenschap. Ze evalueren hun werking van het voorbije jaar, vragen budgetten aan voor het nieuwe jaar, wijden nieuwe betrokkenen in, zetten stappen om nieuwe plannen te verwezenlijken, en gaan in gesprek in verband met op te lossen knelpunten.

Zo pikt ons computergezelschap meteen de draad van vorig jaar op. De voorwaarden voor het behalen van een computercertificaat worden verfijnd. Er worden nieuwe regels opgesteld voor reservatie om toegankelijkheid te combineren met een faire tijdverdeling voor jong en oud. Een buddy-systeem draait proef om beginners en gevorderden te helpen.

In verschillende kamers staan stapels nieuw gedoneerde boeken. Het bibliotheekgezelschap gaat op zoek naar extra boekenkasten. Sinds vorig jaar hebben we extra ruimtes in het gebouw en het inrichtingscomité heeft al voor een zetel gezorgd in de speelruimte. Verder bevragen ze de schoolbevolking welke inrichting en doel ze zien voor een andere nieuwe ruimte.


D (10) en G (7) die in de tuin spelen, merken dat de slinger aan het doorscheuren is. D, die voorzitter is van het buitensportgezelschap neemt meteen de koe bij de horens en overlegt met de overige leden van het verantwoordelijke gezelschap. Na beraad maakt hij een duidelijk bord dat aangeeft dat de slinger niet langer gebruikt kan worden. Hij plant ook een bijeenkomst voor het buitensportgezelschap om verder te bekijken wat we ermee gaan doen. Tijdens deze eerste vergadering van het jaar wordt overlegd wie de voorzitter zal worden, wie de verslagen zal schrijven en wie het geld zal beheren als het aangevraagde budget wordt goedgekeurd.

Het PR-comité verzamelt ideetjes om van ons 5e schooljaar een feesteditie te maken. Het juridisch comité test de nieuwe database uit en maakt hier en daar kleine aanpassingen.

Het keukengezelschap dat vorig jaar niet erg actief was, neemt zich voor daar verandering in te brengen. Er is nieuw bloed bijgekomen en de eerste kookideetjes staan in de steigers.

Wie wil, kan zich tegen de 3e schoolmeeting van het jaar kandidaat stellen om een coördinator functie op te nemen. Wie wil dit jaar secretaris worden en de agenda en het verslag van de schoolmeeting opmaken? Wie wordt de nieuwe beheercoördinator of aanwezigheidscoördinator? Studenten ontdekken welke rollen ze kunnen opnemen en wat de taken zijn van elke coördinator. Studenten en staf die de fakkel doorgeven lichten geïnteresseerden in.

Ah september, it’s good to be back!

maandag 11 augustus 2014

De geur van een ongewenste laatste schooldag

(tekst van een ouder die door omstandigheden afscheid neemt van onze school)

Abrupt kondigde zich vanochtend de laatste schooldag aan. De dag waarop de zomer pas echt zijn langverwachte intrede doet. Een dag die zou moeten ruiken naar zonnemelk en gras, naar waterijsjes en aardbeien, naar vers kinderzweet en rijpe tomaten.

Hier stonk de dag een beetje. Wij roken vaag de onbestendige geur van krijt en opgehoopte stoffigheid, van lucht waar in de loop van de dag de meeste zuurstof uit is verdwenen. Van binnenzitten en reikhalzend naar buiten gluren. Van zweterige boterhammen met salami en konfituur in druk bevolkte refters.

Mijn kinderen gingen tot vandaag niet zomaar naar school.  Ze bouwden een school. Ze groeiden op school. Ze maakten regels om die vervolgens weer af te schaffen. Ze dachten na over hoe ze met elkaar moesten leven binnen de muren van hun school.
Ze hoefden zich niet af te vragen of ze uitgelachen zouden worden, wanneer ze met snoepjesroze crocs, een babyroze hartjesdiadeem, een spiderman-shirt en een plastic machinegeweer (al deze accessoires verspreid over een enkel jongenskind) de school binnenhuppelden. Er keek nauwelijks iemand op.
Ze aten wanneer ze honger hadden. En anders niet.
Ze gingen naar buiten wanneer ze daar zin in hadden, ook al regende het pijpenstelen en slurpte de modder hun sokken op.
Ze losten hun conflicten op, nu eens rustig en empathisch, dan weer met een mep of een stomp. Die mep of die stomp gaf dan weer aanleiding tot een gesprek, tot vragen, tot kijken naar wat je deed en wat dat met de ander deed.
Ze bakten taart en maakten soep, ze bouwden forten en raketten, ze hielden nachtelijke logeerpartijen op school, deden er amper een oog dicht.

De oudste zoon leerde er (niet noodzakelijk in die volgorde) schaken, rekenen, nagenoeg accentloos Engels spreken, virtuele zombies onthoofden, zeggen wat je wilt en niet wilt en dat op beleefde wijze, respect hebben en tonen voor iedereen, ruzie maken en het goedmaken, je troep opruimen, stofzuigen, bladeren harken. En bovenal: hij leerde er dat hij ok is. Ook als hij bij momenten de kamer, en bij uitbreiding het huis door stuitert. Ook als hij ratelt als een versneld cassettebandje op repeat. Ook als wiebelend met een knie op de zitting van de stoel leunen, terwijl je je boterhammen naar binnen schrokt, zijn versie blijkt te zijn van neerzitten tijdens het eten.

Dat leren ging niet vanzelf. Het eerste jaar sloot hij zich op en af in lege kamers of kasten en onder tafels, kwestie van duidelijk te maken dat hij niets te maken wenste te hebben met de rest van de schoolbevolking. Wanneer hij gestoord werd in zijn bezigheden was een flinke klap en een schreeuw zijn enige manier om duidelijk te maken dat hij niet gediend was van de intrusie. Praten deed hij nauwelijks.
Het tweede jaar bracht hij grotendeels door voor een computerscherm. Zelfs het kerstfeest met chocolademelk en pannenkoeken konden hem niet losweken van de hardware. De theorie vertelde ons dat dat overging, maar geloven in theorieën is doorgaans makkelijker wanneer je ze niet in praktijk hoeft te brengen.

Vier jaar later moet ik mijn vrolijke, oversociale kind nu en dan aanmanen om mensen met rust te laten, wanneer hij tijdens een wandeling of op een terras met iedereen conversaties aanknoopt en alle hondeneigenaars bestookt met vragen over ras, naam en herkomst van hun viervoeter. Hij wijst zijn schoolvrienden op hun rommel, op het feit dat ze onbeleefd of respectloos zijn, op eender wat in zijn ogen onrechtvaardig is en dus dient aangekaart. Hij spreekt mij streng toe wanneer ik (per ongeluk) een winkelrekening op de grond laat vallen bij het verlaten van de supermarkt. Hij kijkt naar mensen zonder taal, kleur, uiterlijke kenmerken in rekening te brengen. En man, wat is hij gelukkig. Jaloersmakend, zoals dat kind door het leven huppelt en springt.

We hadden geen rapporten, cijfers of evaluaties nodig om te zien hoe de zonen bloeiden en groeiden. Wanneer er iets misliep, dan ging de staf in gesprek met ons kind, in plaats van ons te sommeren voor een oudercontact. Ze raakten er onder elkaar wel uit, zo bleek. We voelden ons bij momenten enigszins overbodig.

Nu nemen we afscheid van zijn, van onze school, een afscheid waar we geen zin in hebben. Omdat we er niet echt voor kiezen. Omdat het de omstandigheden zijn die de keuze wegdrukken. Omdat sommige beslissingen zich wel vermommen als keuzes, maar het eigenlijk niet echt zijn. Omdat we weten dat het nooit terugkomt. Omdat scholen als de onze niet in het keurslijf van eindtermen, leerdoelen en andere abstracte regelneverij passen, en dus ook geen recht hebben op overheidssteun. Omdat men wel de mond vol heeft over vernieuwing en hervorming van het onderwijs, maar in de praktijk elke daadwerkelijke vernieuwing argwanend en afkeurend in de gaten houdt. Omdat wie afwijkt van de norm gekortwiekt wordt en verdomd sterk in zijn of haar schoenen moet staan om op het zelfgekozen pad te blijven.

Dus nee, geen blije gezichten hier, op deze laatste schooldag. Maar een moeilijk afscheid en vooruitblikken op iets wat ons niet meteen doet verlangen: een reguliere school.
Een plek waar er stilgezeten dient te worden; waar je eet wanneer iedereen eet en omdat het twaalf uur is, waar buitenspelen of lucht happen op vastgezette tijdstippen gebeurt, waar men over je praat met je ouders ipv met jou over hoe het met je gaat; waar er gequoteerd, genoteerd, gemeten en geregeld wordt; waar men niet gewoon vaststelt dat je kan rekenen door met je naar de winkel te gaan en je te laten afrekenen, maar daar eerst een toets voor nodig acht. Waar wat jij vindt en wilt niet echt telt.

De taart die ik vanochtend vroeg bakte, staat wat verdrietig af te koelen. Een pover bedankje voor de tijd die mijn kinderen cadeau kregen, tijd om te groeien, hoe traag ook; tijd om zichzelf te zijn en te vinden; tijd om zich samen met anderen van uiteenlopend pluimage, ergens thuis te voelen; tijd om een kind te zijn en te doen wat kinderen nodig hebben, met vallen en rechtkrabbelen, met blauwe plekken en builen.

Het komt vast allemaal goed, zo maak ik mezelf wijs. Laat ons eerst de zomer maar verteren.

Bieke Purnelle
Zie ook Biekes Blog 

maandag 16 juni 2014

Een kind is als...

Afgelopen weekend waren we opnieuw op de Europese Sudbury Workshop waar studenten, stafleden van Europese scholen en startersgroepen samen komen om ervaringen uit te wisselen. Het was fijn dat er ook twee mensen uit de Sudbury school in Jeruzalem bij waren om hun kennis te delen. Ze bestaan 12 jaar en hebben veel ervaring omdat ze al jaren meer dan 100 kinderen hebben.

Wat me van dit weekend bij blijft is: ‘Het kan wel!’ 
Zo start er een nieuwe school in Bavaria, Duitsland. Na 9 jaar van ploeteren, lobby-en en blijven geloven dat het wel kan, zal de school uiteindelijk in september kunnen starten met een groep zeer enthousiaste stafleden.
Na de verplichte sluiting van de Kampamje in Amersfoort vonden de vorige stafleden een manier om opnieuw een school te starten, Newschool.nu

Stafleden uit Jeruzalem vertelden dat een van hun alumni het voor elkaar gekregen heeft om een skatepark te openen in Jeruzalem. Jeruzalem is blijkbaar een stad waar zo’n projecten quasi onmogelijk zijn. Behalve als je het echt wilt en een weg zoekt zodat het wel kan. 

En zo werd opnieuw duidelijk welke belangrijke lessen kinderen leren op een Sudbury school. Dat ze hun eigen leven in handen kunnen nemen en hun eigen werkelijkheid creëren. Dat het kan als je het echt wil.

Wat ik er voor mezelf heb geleerd als staflid en als ouder is hoe belangrijk het is dat we kinderen hun eigen doelen laten bepalen en dat ze ook mogen beslissen hoe ze die doelen bereiken. Dat we niet mogen oordelen over de dingen die ze willen bereiken en over de activiteiten die ze doen, maar dat we als een liefdevolle supporter aan de zijlijn staan en hen ondersteunen waar nodig.

Op de workshop hoorde ik nog een mooie vergelijking: Een kind is als een cake...
Als je een cake bakt, maak je het deeg zo goed je kan en dan stop je het in de oven. Wat gebeurt er als je de oven te vaak open trekt of te vaak in de cake prikt om te kijken of hij goed is?

Lieve Van Passen